Wat is een elzenboom Informatie over elzenbomen
De eenvoudigste manier om een elzenboom te herkennen is door zijn opvallende kleine vruchtlichaam, een strobile genoemd. Ze verschijnen in de herfst en zien eruit als 1-inch lange kegels. Strobielen blijven tot de volgende lente aan de boom en de kleine, nootachtige zaden die ze bevatten, leveren wintervoedsel voor vogels en kleine zoogdieren.
De vrouwelijke bloemen op een elzenboom staan rechtop aan de uiteinden van de twijgen, terwijl de mannelijke katjes langer zijn en naar beneden hangen. De katjes blijven in de winter. Zodra de bladeren zijn verdwenen, voegen ze subtiele gratie en schoonheid aan de boom toe, waardoor het uiterlijk van de kale takken wordt verzacht.
Bladeren bieden een andere methode voor de identificatie van elzenbomen. De eivormige bladeren hebben gekartelde randen en verschillende nerven. Een centrale ader loopt door het midden van het blad en een reeks zijaders loopt van de centrale ader naar de buitenrand, schuin naar de bladpunt. Het gebladerte blijft groen totdat het in de herfst uit de boom valt.
Aanvullende informatie over elzenbomen
De verschillende soorten elzenbomen omvatten hoge bomen met enkele stammen en veel kortere, meerstammige exemplaren die als struiken kunnen worden gekweekt. Boomsoorten worden 40 tot 80 voet lang en omvatten de rode en witte elzen. Je kunt deze twee bomen onderscheiden door hun bladeren. De bladeren op een rode els zijn strak opgerold langs de randen, terwijl die op een witte els vlakker zijn.
Sitka en dunne blad els bereiken hoogten van niet meer dan 25 voet. Ze kunnen worden gekweekt als grote struiken of kleine bomen. Beide hebben meerdere stengels die uit de wortels komen en je kunt ze uit elkaar houden aan hun bladeren. Sitka's hebben zeer fijne series langs de randen van de bladeren, terwijl dunne elzen hebben grove tanden.
Elzen kunnen stikstof uit de lucht halen en gebruiken op dezelfde manier als peulvruchten, zoals bonen en erwten. Omdat ze geen stikstofmeststoffen nodig hebben, zijn ze ideaal voor gebieden die niet regelmatig worden onderhouden. Elzen zijn goed geschikt voor natte plaatsen, maar overvloedig vocht is niet nodig om te overleven, en ze kunnen ook gedijen in gebieden met af en toe milde tot matige droogte.