Verzorging van Beautyberry Hoe Amerikaanse Beautyberry-struiken te kweken
Beautyberries doen hun gemeenschappelijke naam eer aan, die afkomstig is van de botanische naam Callicarpa, wat betekent prachtig fruit. Beautyberries worden ook wel de Amerikaanse moerbei genoemd en zijn inheemse Amerikaanse struiken die in het wild groeien in bosgebieden in de zuidoostelijke staten. Andere soorten beautyberries zijn de Aziatische soorten: Japanse beautyberry (C. japonica), Chinese paarse beautyberry (C. dichotoma), en een andere Chinese soort, C. bodinieri, die winterhard is tot USDA zone 5.
Beautyberry-struiken zaaien zichzelf gemakkelijk in en de Aziatische soort wordt in sommige gebieden als invasief beschouwd. Je kunt deze struiken gemakkelijk kweken uit zaden. Verzamel de zaden van zeer rijpe bessen en kweek ze in individuele containers. Houd ze het eerste jaar beschermd en plant ze de volgende winter buiten.
Verzorging van Beautyberry
Plant Amerikaanse schoonheidsbessen op een locatie met lichte schaduw en goed doorlatende grond. Als de grond erg arm is, meng je wat compost met het vulvuil wanneer je het gat opvult. Wacht anders tot de volgende lente om de plant voor de eerste keer te voeden.
Jonge beautyberry-struiken hebben ongeveer een centimeter regen per week nodig. Geef ze een langzame, diepe bewatering wanneer regenval niet genoeg is. Ze zijn droogtetolerant als ze eenmaal zijn vastgesteld.
Beautyberries hebben niet veel kunstmest nodig, maar profiteren in het voorjaar van een schep of twee compost.
Hoe snoei je een Beautyberry
Het is het beste om Amerikaanse beautyberrystruiken in de late winter of zeer vroege lente te snoeien. Er zijn twee snoeimethoden. Het eenvoudigste is om de hele struik terug te snijden tot 6 centimeter boven de grond. Het groeit terug met een nette, afgeronde vorm. Deze methode houdt de struik klein en compact. Beautyberry hoeft niet elk jaar te worden gesnoeid als u dit systeem gebruikt.
Als u zich zorgen maakt over een gat in de tuin terwijl de struik groeit, snoei deze dan geleidelijk. Verwijder elk jaar een kwart tot een derde van de oudste takken dicht bij de grond. Met deze methode wordt de struik maximaal 8 voet lang en vernieuw je de plant om de drie tot vier jaar. Het afschuiven van de plant op de gewenste hoogte leidt tot een onaantrekkelijke groeiwijze.