Baneberry Plant Informatie Wat zijn rode of witte Baneberry-planten
Twee soorten bananenstruiken worden vaak gevonden in Noord-Amerika - rode bananenplanten (Actaea rubra) en witte bananenplanten (Actaea pachypoda). Een derde soort, Actaea arguta, wordt door veel biologen beschouwd als een variant van rode bananenplanten.
Het zijn allemaal bossige planten die grotendeels worden geïdentificeerd door lange wortels en grote, gevederde zaagtandbladeren met wazige onderkant. Trossen van kleine, geurige witte bloemen die in mei en juni verschijnen, worden in de late zomer vervangen door trossen bessen. Volwassen hoogte van de planten is ongeveer 36 tot 48 inch.
De bladeren van witte en rode bananen zijn bijna identiek, maar de stengels die de bessen bevatten zijn veel dikker in witte bananenplanten. (Dit is belangrijk om op te merken, omdat de vrucht van rode bananen soms wit is.)
Rode bananenplanten staan bekend onder verschillende namen, waaronder rode cohosh, slangenbessen en westerse bananen. De planten, die veel voorkomen in de Pacific Northwest, produceren glanzende, rode bessen.
Witte bananenplanten staan interessant bekend als Doll's Eyes vanwege hun vreemd uitziende witte bessen, elk gemarkeerd met een contrasterende zwarte vlek. Witte banaanbessen worden ook wel neklaceweed, witte cohosh en witte kralen genoemd.
Baneberry Bush-toxiciteit
Volgens Utah State University Extension kan het consumeren van bananenplanten leiden tot duizeligheid, maagkrampen, hoofdpijn, braken en diarree. Het eten van slechts zes bessen kan gevaarlijke symptomen veroorzaken, waaronder ademnood en hartstilstand.
Het eten van één enkele bes kan echter de mond en keel verbranden. Dit, gecombineerd met de extreem bittere smaak, neigt ertoe mensen te ontmoedigen om meer dan één bes te bemonsteren - goede voorbeelden van de ingebouwde beschermende strategieën van de natuur. Vogels en dieren eten de bessen echter zonder duidelijke problemen.
Hoewel rode en witte bananenplanten giftig zijn, gebruikten inheemse Amerikanen sterk verdunde oplossingen voor de behandeling van verschillende aandoeningen, waaronder artritis en verkoudheid. De bladeren waren gunstig bij de behandeling van steenpuisten en huidwonden.