Hoe rozen transplanteren Tips voor het overplanten van een rozenstruik
Vragen circuleren meestal over moet u rozen transplanteren in de herfst of lente. Meestal hangt dit af van waar u woont. Warmere klimaten, bijvoorbeeld, vinden het misschien beter om ze in de herfst te transplanteren, terwijl mensen in koelere regio's vinden dat het transplanteren van rozenstruiken een eenvoudiger taak is in het voorjaar.
Omdat rozen gevoelig zijn voor schokken, wordt het over het algemeen aanbevolen om ze te verplaatsen terwijl ze in rust zijn (in de late winter of het vroege voorjaar). Wacht bij het verplanten van rozenstruiken in het voorjaar totdat alle dreiging van vorst of vriesweer is verstreken. De grond moet ook relatief warm en beheersbaar zijn. Herfstplanten kan af en toe een rustperiode in gang zetten en moet vóór het begin van de vorst of overdreven koude temperaturen worden gedaan.
Tips voor het overplanten van een rozenstruik
Voordat u een rozenstruik verplaatst, zijn er enkele belangrijke dingen om te weten. Rozen gedijen in gebieden met goede, vruchtbare grond verrijkt met organisch materiaal. Ze hebben ook veel zon en water nodig. Met dit in gedachten, moet u rozen op vergelijkbare locaties en omstandigheden transplanteren.
Bereid het bed of plantgat altijd van tevoren voor en werk in voldoende compost. Het gat moet minstens 15 centimeter diep en breed genoeg zijn om de kluit en het wortelsysteem te bevatten (ongeveer 12 centimeter of zo). Bouw een kleine hoop aarde in het midden van het gat waar je rozenstruik op kan zitten. Rozenstruiken moeten ook ongeveer twee dagen grondig worden bewaterd voordat ze worden getransplanteerd. Kies voor de beste resultaten een bewolkte dag voor het verplanten van rozenstruiken.
Hoe rozen transplanteren
Naast het weten wanneer transplantatie van rozenstruiken het beste is en voorbereiding vooraf, is het belangrijk om te weten hoe je een rozenstruik transplanteert. Zodra het gat goed is voorbereid en de roos aanzienlijk water heeft gegeven, bent u klaar om het te verplaatsen. Graaf ongeveer 12 centimeter rond de struik en ongeveer 15 centimeter diep. Til de kluit voorzichtig uit en neem zoveel mogelijk grond mee. Plaats de struik in het gat op de heuvel en spreid de wortels uit. De rozenstruik moet iets boven het grondniveau zitten. Vul rond de rozenstruik met de helft van de uitgegraven grond.
Geef het vervolgens grondig water, zodat het kan worden opgevuld en afgevoerd voordat het met de resterende grond wordt gevuld. Druk stevig naar beneden om eventuele luchtzakken te verwijderen. Snoei na het planten de roos zoveel mogelijk terug met schuine sneden en verwijder alle spichtige, lelijke of verzwakte takken. Blijf de rozenstruik water geven.
Als u deze tips voor het transplanteren van een rozenstruik volgt, zullen uw kansen op succes aanzienlijk worden verbeterd.