Devil's Claw Plant Info Tips over groeiende Proboscidea Devil's Claw
De familie van de plant is Proboscidea, waarschijnlijk omdat de peulen ook op een grote neus kunnen lijken. Duivelsklauw is een uitgestrekte plant met licht harige bladeren, net als een pompoen. Er zijn twee hoofdrassen.
Een is een eenjarige met driehoekige bladeren en witte tot roze bloemen met gevlekte bloemkroon. Het geelbloeiende type duivelsklauw is een vaste plant, maar heeft veel dezelfde kenmerken. Het beschikt ook over harige stengels met een licht plakkerige textuur. De zaadpod heeft een wilde kwaliteit en heeft de neiging om aan broekspijpen en dierenbont te plakken, waardoor de zaden naar nieuwe locaties worden getransporteerd die geschikt zijn voor het kweken van de duivelsklauw van Proboscidea.
Devil's Claw Plant Info
Duivelsklauw wordt gevonden op hete, droge, verstoorde plaatsen. Proboscidea plantenverzorging is ongeveer net zo eenvoudig als het verzorgen van een wiet, en de plant groeit zonder enige interventie in droge zones. De voorkeursmethode voor het kweken van Proboscidea-duivelsklauw is uit zaad. Als je het wilt planten, kun je zaden verzamelen, ze een nacht laten weken en ze vervolgens op een zonnige locatie planten.
Houd het zaaibed vochtig tot kieming en laat de aarde tussen het water geven licht opdrogen. Zodra de plant volwassen is, breng je alleen water aan om de twee tot drie weken. Geef het water volledig op wanneer zaaddozen zich beginnen te vormen.
De plant is niet gevoelig voor veel plaag- of ziekteproblemen. Als je ervoor kiest om de plant binnenshuis te kweken, gebruik dan een ongeglazuurde pot met een mengsel van bovengrond en zand als je plantmedium. Bewaar in een zonnige, warme kamer en water alleen als de grond volledig droog is.
Devil's Claw Uses
Inheemse mensen gebruiken de duivelsklauwplant al lang voor manden en als voedselproduct. De jonge peulen lijken op okra en Proboscidea plantenverzorging is inderdaad vergelijkbaar met okra-teelt. Je kunt de zachte, onrijpe peulen gebruiken als groente in wokgerechten, stoofschotels en als komkommersubstituut in augurken.
De langere peulen werden bejaagd en later gekweekt voor gebruik in manden. De peulen worden begraven om de zwarte kleur te behouden en vervolgens geweven met berengras of yuccabladeren. Inheemse mensen waren erg creatief in het bedenken van duivelsklauwgebruik voor het repareren en herstellen, opties voor vers en gedroogd voedsel, voor het verbinden van dingen en als speelgoed voor kinderen.