Narcissenzaadteelt Tips voor het kweken van narciszaden
Narcissenzaadteelt is een eenvoudig proces, dat meestal geduld vereist. Zodra de bijen je narcisbloemen hebben bestoven, zal er een zaadpeul aan de basis van de bloei groeien. Dood je mooiste bloemen niet; knoop in plaats daarvan een stuk touw rond elke stengel om het voor later in het seizoen te markeren.
In de herfst, wanneer de planten bruin en bros zijn, houden de narcissenzaadpeulen aan het einde van de stengels de zaden vast. Schud de stengels en als je gedroogde zaden binnen horen ratelen, zijn ze klaar voor de oogst. Snap van de pods en houd ze over een envelop. Schud de peulen, knijp ze lichtjes in, zodat de zaden uit de peulen vallen en in de enveloppe vallen.
Hoe narcis uit zaad te vermeerderen
Jonge narcisplanten moeten minstens het eerste jaar binnenshuis groeien, dus weten wanneer je narciszaden moet planten, is meer een kwestie van wanneer je de tijd hebt. Begin met een grote bak of pot gevuld met verse potgrond. Plant de zaden ongeveer 2 inch uit elkaar en bedek ze met ½ inch aarde.
Zet de pot op een plek waar hij minstens een halve dag direct zonlicht krijgt, op een warme plek. Houd de potgrond vochtig door deze elke dag te beslaan. Het kan weken duren voordat de zaden ontkiemen en het zullen eruit zien als kleine grassprietjes of kleine uienspruiten wanneer ze voor het eerst opkomen.
Kweek de narcissenplanten totdat de bolblokken ondergronds groot genoeg beginnen te groeien om ze bijna aan te raken, graaf ze vervolgens op en herplant ze in grotere huizen. Graaf en herplant de bollen telkens wanneer ze groot genoeg worden. Het duurt twee tot vijf jaar voordat je de eerste bloei van je zaadgekweekte narcissen ziet.