Startpagina » kamerplanten » Fatsia uit zaad kweken wanneer en hoe Fatsia-zaden te planten

    Fatsia uit zaad kweken wanneer en hoe Fatsia-zaden te planten

    Fatsia is een struik afkomstig uit Japan. Het heeft een tropisch uiterlijk met gewaagde, grote bladeren die glanzend en donkergroen zijn. Fatsia groeit 20-30 cm per jaar en wordt uiteindelijk 3 meter lang en breed.

    In warme klimaten zoals de zuidoostelijke VS, maakt fatsia een mooie sier en is een groenblijvende. Kweek het in vochtige, rijke grond die goed wegloopt en in gebieden met gevlekte schaduw voor het beste resultaat.

    Je kunt fatsia ook in containers of binnenshuis laten groeien. Verplanten is stressvol voor deze struik, dus overweeg het uitproberen van fatsia.

    Hoe Fatsia Seeds te planten

    Fatsia reageert niet goed op transplantatie en hoewel stekken kunnen worden gebruikt, is zaadverspreiding de belangrijkste manier waarop de plant wordt gekweekt. Om te beginnen met het planten van fatsia-zaden, moet je eerst de zaden van de zwarte bessen van een fatsia-struik verzamelen of online bestellen. Als je je eigen zaden verzamelt, moet je de bessen weken en ze verpletteren om de zaden ervan te krijgen.

    Zaden starten binnenshuis of in een kas is het beste op die manier, zodat u niet hoeft te overwegen wanneer u buiten vetzaden moet zaaien, waar de omstandigheden te variabel kunnen zijn. Plant de zaden in rijke potgrond en voeg zo nodig compost toe.

    Gebruik verwarmende matten onder de startpotten, omdat fatsiazaden bodemwarmte van ongeveer 80 F. (27 C.) vereisen. Voeg een beetje water toe aan de grond en bedek de toppen van potten met plasticfolie om zaden en grond warm en vochtig te houden.

    Water zoals nodig, ongeveer om de paar dagen. Je zou de zaden binnen twee tot vier weken moeten zien ontkiemen. Verwijder de plastic verpakking zodra de zaailingen uit de grond komen, maar houd de opwarmmat nog een week of twee aan.

    Verplant 3-inch (7,6 cm.) Zaailingen naar grotere potten en houd ze warm. U kunt zaailingen buiten naar hun permanente bedden transplanteren zodra de grond buiten ten minste 70 F. (21 C.) heeft bereikt.