Startpagina » Eetbare tuinen » Watermeloen Radijs Feiten Tips voor het kweken van watermeloen Radijs

    Watermeloen Radijs Feiten Tips voor het kweken van watermeloen Radijs

    Watermeloenradijs is een erfstukvariëteit van Daikon-radijs, een van mijn favorieten. Ze zijn lid van de mosterdfamilie, waaronder rucola en raap. Een interessant feit met watermeloenradijs vertelt ons dat het Chinese woord voor deze radijs ShinRi-Mei is, wat 'schoonheid in het hart' betekent. Je hoeft alleen maar in een van deze schoonheden te snijden om de betekenis achter de naam te begrijpen. Hun Latijnse naam is Raphanus sativus acanthiformis.

    Wat de watermeloenradijs smaakt, ze hebben een mildere, ingetogen smaak in vergelijking met hun broeders en zijn iets minder peperig van smaak. In tegenstelling tot andere variëteiten wordt de smaak zelfs nog milder naarmate de radijs volwassener wordt.

    Groeiende Watermeloen Radijsjes

    Omdat dit een erfstukras is, is het zoeken naar watermeloenzaadjes misschien wat meer een zoektocht dan naar de lokale vijf en dime, maar de moeite waard. Watermeloen radijszaden zijn gemakkelijk te bestellen via online zaadcatalogi.

    Het kweken van watermeloenradijs is net zo eenvoudig als het kweken van andere radijstypen. Ze hebben echter meer tijd nodig om te rijpen dan andere variëteiten - ongeveer 65 dagen. Plant ze van het vroege tot het late voorjaar. Ze kunnen elke twee weken opnieuw worden geplant voor een continue oogst.

    Radijzen gedijen in goed doorlatende, vruchtbare, diepe, zandige grond die rijk is aan organische stof. Voorafgaand aan het zaaien van watermeloen radijs zaden, wilt u misschien de grond wijzigen met 2-4 centimeter goed gecomposteerde organische stof en 2-4 kopjes kunstmest (16-16-8 of 10-10-10-) per 100 vierkant voeten, vooral als je grond vaak zwaar is. Werk deze in de bovenste 6 centimeter grond.

    Radijszaden kunnen direct in de tuin worden gezaaid als de grondtemperaturen 40 F. (4 C.) zijn, maar ontkiemen het beste bij 55-75 F. (12-23 C.). Zaai zaden in rijke grond, gelijkmatig verdeeld in rijen 6 inches uit elkaar op een diepte van ½ inch. Tamp de grond licht naar beneden en geef de zaden water. Handhaaf consistente irrigatie terwijl de radijs groeit. Wanneer de zaailingen een centimeter lang zijn, dun ze dan tot 2 centimeter uit elkaar.