Mijn Okra rot, wat veroorzaakt Okra Blossom Blight
Dus, wat veroorzaakt okra bloesemziekte? Het ziekte-organisme staat bekend als Choanephora cucurbitarum. Deze schimmel gedijt wanneer warmte en vocht beschikbaar zijn. Hoewel het overal in de wereld aanwezig is, is het het meest voorkomend en het meest lastig in warme en vochtige gebieden, zoals de Carolinas, Mississippi, Louisiana, Florida en andere delen van het Amerikaanse Zuiden.
Dezelfde schimmel treft andere groenteplanten, waaronder aubergine, sperziebonen, watermeloenen en zomerpompoen, en komt veel voor bij deze planten in dezelfde geografische regio's.
Het uiterlijk van fruit en bloemen besmet met Choanephora cucurbitarum is nogal onderscheidend. In het begin dringt de schimmel de bloesem of het bloesemuiteinde van jong fruit van okra binnen en zorgt ervoor dat ze zacht worden. Dan ontwikkelt zich een vage groei die eruitziet als sommige broodvormen over de bloesems en het bloemeinde van de vruchten.
Er verschijnen witte of witgrijze strengen met zwarte sporen aan de uiteinden, die elk lijken op een pin met zwarte punt die in het fruit is gestoken. De vruchten worden zacht en worden bruin en ze kunnen langer worden dan hun normale grootte. Uiteindelijk kan de hele vrucht dicht worden bedekt met schimmel. Vruchten die zich onderaan de plant bevinden, hebben meer kans om besmet te raken.
Controle van Okra Blossom en Fruit Blight
Omdat de schimmel gedijt bij een hoge luchtvochtigheid, kan een toenemende luchtstroom in de tuin door planten verder uit elkaar te plaatsen of door op verhoogde bedden te planten, helpen bij het voorkomen. Water van onder de plant om te voorkomen dat de bladeren nat worden, en water in de vroege ochtend om verdamping gedurende de dag aan te moedigen.
Choanephora cucurbitarum overwintert in de grond, vooral als puin van besmette planten op de grond achterblijft. Daarom is het belangrijk om geïnfecteerde bloemen en fruit te verwijderen en de bedden aan het einde van het seizoen schoon te maken. Aanplant op plastic mulch kan helpen voorkomen dat sporen in de grond hun weg vinden naar de okrabloesems en vruchten.