Startpagina » Eetbare tuinen » Hoe Aardappels Groeien Wanneer Aardappels Planten

    Hoe Aardappels Groeien Wanneer Aardappels Planten

    Bij het kweken van aardappelplanten (Solanum tuberosum), is het belangrijk om te onthouden dat aardappelen koele weergroenten zijn. De beste tijd om aardappelen te planten is in het vroege voorjaar. Het planten van aardappelen twee tot drie weken vóór uw laatste vorstdatum zal de meest bevredigende resultaten opleveren.

    Aardappelen kweken

    Een groeiende aardappel is een veeleisende plant. Ze hebben heel weinig anders nodig dan milde temperaturen en grond, daarom zijn ze een historisch voedingsbestanddeel geweest.

    Het planten van aardappelen begint normaal met een pootaardappel. Pootaardappelen kunnen worden voorbereid voor het planten door het geheel te planten of het zaad te snijden zodat er een of twee knoppen of "ogen" op elk stuk zitten.

    Er zijn veel manieren om aardappelen te planten:

    Recht in de grond - Landbouwbedrijven en grote aardappelen worden normaal op deze manier geplant. Deze methode voor het telen van aardappelen betekent dat pootaardappelen 1 inch onder de grond worden geplant. Naarmate de groeiende aardappelplanten groter worden, wordt de grond rond de planten opgestapeld.

    Banden - Veel tuinders telen al jaren aardappelen in banden. Vul een band met aarde en plant uw pootaardappelen. Naarmate de groeiende aardappelplanten groter worden, plaatst u extra banden bovenop het origineel en vult u deze met aarde.

    Rietje- Het kweken van aardappelen in stro lijkt misschien ongewoon, maar het is zeer effectief. Leg een losse laag stro en leg de pootaardappelen in het stro. Als je de groeiende aardappelplanten ziet, bedek ze dan met extra stro.

    Aardappelen oogsten

    Net als wanneer je aardappels moet planten, is de beste tijd om aardappelen te oogsten wanneer het weer koel is. Wacht tot het gebladerte op de planten volledig is afgestorven in de herfst. Zodra het gebladerte dood is, graaf je de wortels op. Je groeiende aardappelen moeten op ware grootte zijn en verspreid over de grond.

    Nadat de aardappelen uit de grond zijn opgegraven, laat ze aan de lucht drogen op een koele, droge plaats voordat u ze opbergt.