Hessische vliegongedierte - leer hoe Hessische vliegen te doden
Net als bij het toevoegen van een ander nieuw gewas aan de moestuin, is het belangrijk dat telers zich eerst vertrouwd maken met mogelijke of te voorkomen problemen die veel voorkomen. Dit is met name het geval in het geval van graangewassen, omdat hun gevoeligheid voor jagersvliegplagen kan leiden tot drastische verlagingen van de opbrengsten. Lees verder voor meer informatie over hessian fly management.
Wat is een Hessische vlieg?
Hessische vliegongedierte valt veel leden van de graanfamilie aan, met specifieke belangstelling voor tarwegewassen. Vanwege zijn verkleinwoord en mugachtige uiterlijk blijven jagersvliegen vaak onopgemerkt. Hoewel de werkelijke volwassen vlieg niet verantwoordelijk is voor schade aan tarwegewassen, kunnen de larven (of maden) van deze vliegen ernstige korrelverliezen veroorzaken. Dit geldt met name bij commerciële graanproductie.
Na het uitkomen beginnen maden met jagevlieg te eten van zaailingen van tarwe. Hoewel de maden van de Hessische vlieg nooit de stengel van de plant binnendringen, verzwakt hun voeding. In veel gevallen zorgt dit ervoor dat de tarwe (of andere granen) omvallen en breken op de voederplaats. Deze gebroken en beschadigde planten kunnen dan geen oogstbare granen produceren.
Hessische vliegongedierte bestrijden
Met het potentieel voor dergelijke schade in de huistuin en in commerciële aanplant, blijven veel telers vragen hoe jagers vliegen te doden. Hoewel er weinig kan worden gedaan als de besmetting al is opgetreden, zijn er enkele opties met betrekking tot het beheer van jagersvliegen.
Hessische vliegplagen kunnen worden voorkomen door het planten van graansoorten, met name tarwe, die enige weerstand tegen de vliegen vertonen. Deze variëteiten maken het voor de volwassen vlieg moeilijk om eieren te leggen. Dit maakt op zijn beurt de planten minder aantrekkelijk als gastheer.
Daarnaast kunnen telers de richtlijnen voor het planten volgen door te wachten tot de "hessian fly free" -datum is verstreken in hun specifieke teeltgebied. Deze datum dient als een punt waarop de activiteit van jute-vliegen in de herfst is gestopt en gewassen minder snel door vliegenlarven worden beïnvloed.