Verzorging van huilende zilverberk Hoe plant je een huilende zilverberk
Huilende zilverberk (Betula pendula) is een Europese soort die goed geschikt is voor Noord-Amerikaanse locaties met milde zomers en koude winters. Het is geen onderhoudsarme boom, maar het is de moeite waard de tijd die je erin stopt.
Huilende groeiomstandigheden van zilverberk omvatten volle zon en goed doorlatende, vochtige grond. De grond mag nooit uitdrogen. Een dikke laag mulch rond de voet van de boom houdt het vocht vast. Huilende zilverberkbomen groeien het beste in gebieden waar de zomertemperaturen zelden hoger zijn dan 75 graden Fahrenheit (25 C.) en waar de wortels het grootste deel van de sneeuw bedekt zijn winter.
Verzorging van huilende zilverberk
Een belangrijk onderdeel van de zorg voor het huilen van zilverberkbomen is het gelijkmatig vochtig houden van de grond. Als de grond in het gebied niet van nature vochtig is, installeer druppelirrigatie onder de mulch.
De boom is gevoelig voor schimmelziekten waarvoor er geen remedie is, maar je kunt ze misschien op afstand houden door zieke twijgen en takken weg te snoeien. Snoei in de late winter voordat de boom de rustperiode breekt. Snoeien snijdt een overvloed aan sap af als je wacht tot de lente. Snijd terug naar gezond hout. De snit stimuleert de groei van de zijscheuten en knopen eronder, dus het is het beste om net boven een knoop of zijscheiding te snijden.
Als de lange scheuten landschappelijke taken, zoals maaien, moeilijk maken, kunt u ze terugsnijden tot de gewenste lengte. Maai altijd zo dat stokken of puin dat door de maaimessen is gevangen van de boom wordt weggegooid in plaats van ernaartoe om verwondingen aan de romp te voorkomen. Letsels creëren toegangspunten voor insecten en ziekten.
Plant een huilende zilverberk in een gebied waar het op gelijke hoogte is met de rest van het landschap en waar het ruimte heeft om zich tot zijn volwassen grootte te verspreiden. De boom wordt 40 tot 50 voet lang en ziet er onhandig uit in een kleine tuin. De luifel verspreidt zich 25 tot 30 voet, en het mag niet druk zijn door structuren of andere bomen.