Startpagina » Tuinieren Hoe » Een tuin verstandig plannen Hoe fouten in de tuinplanning te voorkomen

    Een tuin verstandig plannen Hoe fouten in de tuinplanning te voorkomen

    Om de meest voorkomende fouten in het tuinontwerp te voorkomen, moet u beginnen met een wandeling door uw achtertuin. Kijk naar de belichting. Waar haal je de zon vandaan? Welke delen zijn schaduwrijk? Blaast er wind door? Heeft u erosieproblemen?

    Let ook op de bestaande structuren op het terrein, waaronder schuren, hekjes, hekken en loopbruggen. Kijk vervolgens naar je grond (en test indien nodig) om de juiste planten te kunnen selecteren. Pas nadat je een overzicht van je land hebt gekregen, kun je een tuin verstandig plannen.

    Tuinplanningsfouten

    Een van de meest voorkomende fouten bij tuinplanning is het in één keer proberen in een tuin te plaatsen. Als je in een week bomen, struiken en tuinbedden plant, is het gemakkelijk om je planten te overladen. Dat komt omdat het moeilijk is om rekening te houden met de volwassen grootte van elke nieuwe jonge boompje en zaailing.

    Afstand is cruciaal voor tuinontwerp. Als u uw bomen, struiken, wijnstokken en groenten niet de juiste ruimte geeft, krijgen ze niet het licht, het water en de voedingsstoffen die ze nodig hebben om te gedijen.

    Zelfs in een groentetuin wil je niet al je zaden erin gooien en zien welke goed gedijen. Dit levert geen sterke, gezonde gewassen op.

    Sommige groenten zijn warme weerplanten; anderen gedijen in koele seizoenen. Wijngaarden zoals squash hebben veel ruimte nodig en groeien niet goed in een klein hoekje. Wortelen hebben echter niet veel ruimte nodig.

    Neem de tijd om een ​​plantkalender samen te stellen en uw tuinontwerp te schetsen. Dit voorkomt veel tuinplanningsproblemen.

    Werk met het milieu

    Elke tuinman kan helpen het milieu te sparen door een geïntegreerd plaagbeheersysteem te gebruiken om tuinongedierte aan te pakken, van slakken tot bladluizen. Om dit te doen, werkt u samen met de natuur om ongediertepopulaties te beperken.

    Gebruik bestrijdingsmiddelen bijvoorbeeld alleen als laatste redmiddel. Bouw IPM-methoden in, zoals het planten van metgezellen, het aanmoedigen van nuttige insecten (inclusief roofdieren) en het gebruik van fysieke barrières om uw tuin te beschermen.